Herkomstgebied:

Na 1800 komt de immigratie pas echt op gang. De immigratiegeschiedenis kun je in tweeën delen. Tot 1960 waren er blanken Europeanen daarna komt er een nieuwe groep. 2/3 van de Amerikanen hebben Europese roots. De 30 miljoen zwarten zijn afstammelingen van de Afrikaanse slaven. De zwarten noemen zichzelf ook wel afro-Amerikanen. De Hispanics (latino’s) zijn de Spaanssprekende immigranten. Ze wonen vooral in het zuidwesten aan de Mexicaanse grens. Nog elk jaar komen er illegaal de grens over om laaggeschoold, slecht betaald werk. Er zijn zo’n 45 miljoen Hispanics. Spaans is nu de 2e taal in de VS. De Aziaten wonen vooral in het westen. Aziaten staan bekend als ‘model minority’ en hebben het ‘gemaakt’ in de VS. Ook zijn er arme Aziaten uit de ontwikkelingslanden.

 

Meltingpot:

De immigranten gaan in de meltingpot. Ze krijgen op school niet alleen Engels maar ook Amerikaanse geschiedenis. Ze moeten trost worden op hun nieuwe vaderland en gaan geloven in de American dream. In het beging werkte de meltingpot heel goed toen kwamen er veel noord- en west- Europeanen die zich wilden assimileren. Later kwamen er zuid- en Oost-Europeanen die samen in etnische wijken gingen wonen. Hispanics en Aziaten houden veel contact met het land van herkomst. Ze laten gezinsleden overkomen (gezinshereniging) en trouwen met een landgenoot (gezinsvorming). De Amerikaanse bevolking is heel pluriform geworden. Amerikanen spreken liever van salad bowl waarin ze herkenbaar blijven.